De Limburgse vlaai is officieel erkend als streekproduct

donderdag, 25 januari 2024

In een historische stap heeft de Limburgse vlaai eindelijk de erkenning gekregen die het verdient als een authentiek streekproduct. Na jaren van inzet en pleidooien is de heerlijke Limburgse lekkernij nu officieel door de Europese Commissie erkend als Beschermd Geografische Aanduiding (BGA) van de regio Limburg. De naam 'Limburgse vlaai' wordt daarbij beschermd en mag enkel gebruikt worden voor baksels die aan heel strikte voorwaarden voldoen. De Limburgse vlaai volgt daarmee het voorbeeld van onder andere mattentaarten uit Geraardsbergen, en grondwitloof uit Brussel. 

Met vereende krachten 
De Limburgse vlaai staat bekend om zijn unieke smaak en ambachtelijke bereidingswijze. Gemaakt met verse ingrediënten, een stevige bodem en een rijke vulling, heeft deze lekkernij generaties lang de harten van zowel lokale bewoners als gasten veroverd. De erkenning als streekproduct onderstreept niet alleen de culinaire waarde ervan, maar ook de diepgewortelde culturele betekenis ervan in de twee Limburgen. De grensoverschrijdend registratieaanvraag werd daarom ingediend door het Koninklijk Provinciaal Verbond der Brood- en Banketbakkers, Suikerbakkers en IJsbereiders van Limburg vzw en de Nederlandse Brood- en banketbakkers Ondernemersvereniging.

Dun van leer, dik van smeer
In een lastenboek staan nu alle regels opgelijst waaraan een Limburgse vlaai moet voldoen. Een eerste belangrijke voorwaarde is dat de vlaai in Limburg gebakken moet worden. Daarnaast zijn er nog wat voorschriften die we hieronder opsommen. 

De bodem:

  • is gemaakt van gistdeeg en mag na het bakken maximaal 1 cm dik zijn
  • moet stevig genoeg zijn om een taartpunt uit de hand te kunnen eten
  • heeft een diameter van minimaal 10 cm en maximaal 30 cm
  • aan het deeg mag je een ei of melk toevoegen, maar dat moet niet. 

De bodem van de vlaai wordt verder belegd met een vulling en een toplaag om uiteindelijk van een Limburgse vlaai te spreken. Ook hier zijn een paar regels van kracht.

De vulling en de toplaag:

  • kan bestaan uit rijstpap, griesmeel, crème, pudding, suiker of fruit. Ananas en aardbeien zijn daarbij een uitzondering, omdat ze niet meegebakken kunnen worden in de vlaai.
  • de Limburgse vlaai kan voor het bakken afgewerkt worden met een deksel, latjes of kruimels en suiker.

De vlaai moet gegeten worden zoals ze uit de oven komt, dus zonder toevoeging van slagroom of extra fruit. De vlaai moet minstens 140 gram en maximaal 1.400 gram wegen, ongeacht de vulling. Er is niet 1 specifiek recept van de Limburgse vlaai, bakkers mogen hun eigen recept blijven gebruiken. Als dat recept voldoet aan de regels in het lastenboek, kan een bakker zich aanmelden bij de vzw Limburgse Vlaaibakkers.

Laat je inspireren door het recept van een Limburgse bakker uit Kuringen.

Ingrediënten:
1000 g bloem
400 g water
1 ei
50 g gist
300 g boter
100 g suiker
20 g zout
Vulling naar keuze (zie hieronder)

Meng alles (behalve de vulling) op kamertemperatuur tot een deeg. Draai het deeg kort af en weeg 240 g af voor een Limburgse vlaai van 24 cm diameter. Bol het deeg af met de hand. Laat het deeg ongeveer 60 minuten rusten onder een (hand)doek. Rol het deeg uit, zet de bodem en vul met fruitspijs/crème/pudding/rijst/kaas naar keuze. Strijk de randjes af met een heel ei. Eventueel kan je de vlaai afwerken met een deksel of latjes, maar je kan vlaai ook open laten. Een rijstvlaai strijk je af met een heel ei. Laat de vlaai opnieuw 30 minuten rusten onder een (hand)doek. Bak de vlaai af in een haal de vlaai uit de oven en laat ze afkoelen. Eet smakelijk!

 

Toerisme Limburg vzw | Universiteitslaan 3 | 3500 Hasselt | +32 11 30 55 00 | info@toerismewerkt.be

BTW BE0420.092.944 | RPR Antwerpen, afd. Hasselt RPR 420 092 944